coacht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • coacht

Werkwoord

vervoeging van
coachen

coacht

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coachen
    • Jij coacht. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coachen
    • Hij coacht. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van coachen
    • Coacht!