coördinerende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- co·or·di·ne·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | coördineren |
coördinerende
- verbogen vorm van coördinerend, het onvoltooid deelwoord van coördineren
Bijvoeglijk naamwoord
coördinerende
- verbogen vorm van de stellende trap van coördinerend