coördinatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[1] coördinatiecentrum bij rampenbestrijding
[2] oog-handcoördinatie
Uitspraak
Woordafbreking
  • co·or·di·na·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord coördinatie coördinaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de coördinatiev

  1. onderlinge afstemming, het coördineren
    • Bij het bestrijden van de gevolgen van een ramp is er een goede coördinatie tussen de verschillende hulpdiensten nodig. 
  2. (medisch) onderlinge afstemming in de bewegingen
    • Als chirurg heb je een goede oog-handcoördinatie nodig. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen