coöperatief
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: coöperatief (hulp, bestand)
Woordafbreking
- coö·pe·ra·tief, co·ope·ra·tief
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van coöperatie met het achtervoegsel -ief [1]
- afgeleid van het Franse coopératif
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | coöperatief | coöperatiever | coöperatiefst |
verbogen | coöperatieve | coöperatievere | coöperatiefste |
partitief | coöperatiefs | coöperatievers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
coöperatief
- op samenwerking gebaseerd
- bereid tot samenwerken
Vertalingen
op samenwerking gebaseerd
Gangbaarheid
- Het woord coöperatief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "coöperatief" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ coöperatief op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be