clustering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • clus·te·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord clustering clusteringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de clusteringv

  1. bundeling van veel kleine eenheden tot één grotere eenheid
     Rover pleit wel voor clustering, zodat meerdere werkzaamheden op een traject in een keer worden uitgevoerd. Ook moet gekeken worden of het mogelijk is een spoor open te houden als op het naastgelegen spoor gewerkt wordt. Nu is dat om veiligheidsredenen niet mogelijk.[1]
     En de ziekenhuizen van Rotterdam en Groningen zijn daarnaast gewaarschuwd: zij zullen in de toekomst ‘andere vormen van zorg moeten loslaten’ die dan juist weer gecentraliseerd zullen worden in Utrecht en Leiden. ‘Ik ga daarover graag in gesprek met de universitair medische centra’ meldt Kuipers die deze clustering een ‘eerste stukje van de puzzel noemt. De NZa adviseerde al om het totale zorgaanbod van de academische ziekenhuizen te reorganiseren, zodat de kwaliteit van alle specialismen optimaal is en de regionale spreiding ook behouden blijft.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2023 Weblink bron “Het spoor in 2017: meer werkzaamheden en 'onontkoombaar' meer hinder” (Aangepast woensdag 14 december 2016, 18:34), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2023 Weblink bron
    Niels Klaassen
    “Kabinet kiest: Alleen in Rotterdam en Groningen nog kinderhartchirurgie” (13-02-2023), Tubantia