cluppie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • clup·pie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cluppie cluppies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het cluppieo

  1. (informeel) sportclub
     Terwijl hij werkte bij die grote clubs, bleef de Amsterdammer altijd dromen van de uitdaging om met 'zijn cluppie' De Volewijckers terug te brengen naar de eredivisie.[1]
     "Daar heb ik best wakker van gelegen", vertelt een opgeluchte voorzitter. "Nu kun je toch je cluppie op de kaart zetten en het zorgt voor extra geld. Dat schat ik toch in op zo'n vijftigduizend euro."[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Jonker wil ooit nog naar de eredivisie met De Volewijckers” (16-05-2015), NOS
  2. Bronlink Weblink bron “Kozakken Boys kijkt na gedoe uit naar duel met AZ” (16-12-2015), NOS