clubvoetbal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • club·voet·bal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord clubvoetbal
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het clubvoetbalo

  1. (voetbal) voetbal waarbij elftallen van verschillende voetbalverenigingen tegen elkaar spelen
     Het Nederlandse clubvoetbal beleeft een ongekend seizoen in Europa. Nadat Ajax woensdag groepswinnaar was geworden in de Champions League zorgden Feyenoord, AZ, PSV en Vitesse gisteravond voor nog meer succes in Europa.[1]
     Maakt Vitesse het feest van het Nederlandse clubvoetbal compleet? Dat is de vraag nu Ajax, PSV, Feyenoord en AZ al zeker zijn van Europese overwintering en de Arnhemmers de kans hebben om de knock-outfase van de Conference League te bereiken.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Grote weelde Nederlands voetbal; extra Champions League-ticket lonkt” (Vrijdag 26 november 2021, 11:24), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Vitesse heeft veel goals nodig, 'maar vol op de aanval gaan zou dom zijn'” (Woensdag 8 december 2021, 16:10), NOS