clubverband

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • club·ver·band
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord clubverband
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

clubverband o [1]

  1. samen met andere leden van een sportvereniging
     Om toegelaten te worden moest hij een fotoreeks maken met als thema 'clubverband', clubleven in enigerlei vorm', en dat zo origineel mogelijk benaderen.[2]
     Ook de andere sportmaatregelen blijven geldig. Tussen17.00 en 05.00 uur mag er in clubverband niet getraind worden. Ook wedstrijden in die periode mogen niet. Voor topcompetities in diverse sporten is een uitzondering gemaakt. Publiek is nergens welkom.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023467014
  3. Bronlink geraadpleegd op 14 maart 2022 Weblink bron “Feyenoord-Ajax definitief zonder publiek; lege stadions tot half januari” (DI 14 DECEMBER 2021), NOS