clignoteur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

clignoteur
Uitspraak
Woordafbreking
  • clig·no·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord clignoteur clignoteurs
verkleinwoord clignoteurtje clignoteurtjes

Zelfstandig naamwoord

de clignoteurm

  1. richtingaanwijzer in de vorm van een knipperlicht van een motorrijtuig

Gangbaarheid

48 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen