claustro-
Nederlands
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- van het Latijnse 'claustrum' ('afgesloten ruimte')
Voorvoegsel
claustro- [1]
- ter vorming van woorden die te maken hebben met 'afgesloten ruimte' bv. claustrofilie, claustrofobie
Gangbaarheid
- Het woord 'claustro-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.