claimt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • claimt

Werkwoord

vervoeging van
claimen

claimt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van claimen
    • Jij claimt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van claimen
    • Hij claimt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van claimen
    • Claimt!