civilist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ci·vi·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | civilist | civilisten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (juridisch) jurist gespecialiseerd in het burgerlijk recht
- Hij richt zich op strafzaken, in die tijd gezien als „in hoge mate intellectueel inferieur vergeleken met het civiele recht”, aldus Haenen. De civilisten noemen hun collega’s neerbuigend ’strafrechtboeren’. Moszkowicz ontdekt dat er genoeg cliënten zijn die kunnen en willen betalen voor bijstand in strafzaken. [2]
- Jaarlijks worden in de regio Amsterdam gemiddeld zes à zeven advocaten van het tableau geschrapt. Nu gaat het om een civilist, recent ging het ook om strafadvocaten. [3]
Gangbaarheid
- Het woord civilist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "civilist" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf SASKIA BELLEMAN 03 okt. 2018 Max Moszkowicz; een leven lang vechten
- ↑ Het Parool PAUL VUGTS 2 JANUARI 2019 Amsterdamse advocaat van tableau geschrapt om fraude
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be