civilisatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: civilisatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ci·vi·li·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘beschaving’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Naamwoord van handeling van civiliseren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | civilisatie | civilisaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- beschaving
- ▸ Uren en uren trok ik door het uitgestorven landschap toen ik plotseling een hele tijd moest wachten om een spoorlijn over te steken waar juist een lange goederentrein met een slakkengang langskwam. Zelfs in deze uitgestrekte Amerikaanse wildernis was niet aan de invloeden van de civilisatie te ontkomen.[4]
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord civilisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "civilisatie" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "civilisatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ civilisatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be