citoval

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tsɪtɔval/
Woordafbreking
  • ci·to·val

Werkwoord

citoval

  1. mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het (im)perfectieve werkwoord citovat
  2. mannelijk enkelvoud actief deelwoord van het (im)perfectieve werkwoord citovat
Typische woordcombinaties