circuspaard
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: circuspaard (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cir·cus·paard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | circuspaard | circuspaarden |
verkleinwoord | circuspaardje | circuspaardjes |
Zelfstandig naamwoord
het circuspaard o
- afgericht paard dat optreedt in een circusshow
- ▸ Als je een beetje achteruit liep, veranderde ik in een variant op het circuspaard, een soort hobbezakkige centaur.[2]
- ▸ Moesten ze dienen om de aandacht af te leiden, of waren ze doekjes voor het bloeden? Het leek er de afgelopen dagen veel op dat ze een van die functies hadden, de uit de grotten van Tora Bora gebombardeerde al-Qaida-strijders. Van alle kanten werden ze deze week aan de wereldpers getoond en als circuspaardjes moesten ze voor de camera’s paraderen.[3]
Gangbaarheid
- Het woord circuspaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
- ↑ Weblink bron A. Jansen“VS met lege handen door vriendjespolitiek” (19 december 2001), Reformatorisch Dagblad