circadiaans

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  circadiaans    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cir·ca·di·aans

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Latijn

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	circadiaans	circadiaanser	circadiaanst
verbogen	circadiaanse	circadiaansere	circadiaanste
partitief	circadiaans	circadiaansers	-

Bijvoeglijk naamwoord

circadiaans

1. met een ritme van een etmaal

   ▸ Hall, Rosbash en Young ontdekten welke eiwitten een rol spelen bij de biologische klok van mensen, dieren en planten. Dat wordt ook wel een circadiaan ritme genoemd. Zo weet elk levend wezen of het dag en nacht is.

   ▸ Er wordt algemeen aangenomen dat een jetlag te wijten is aan slaaptekort, maar dat klopt niet. Volgens de wetenschap wordt een jetlag gelinkt aan het ‘circadiaan ritme’ van het lichaam, beter gekend als onze biologische klok.

Gangbaarheid

• Het woord circadiaans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "circadiaans" herkend door:

31 %	van de Nederlanders;
31 %	van de Vlamingen.