cirage

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ci·ra·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cirage cirages
verkleinwoord ciragetje ciragetjes

Zelfstandig naamwoord

cirage

  1. smeersel
    • Breng nu een dunne laag cirage (schoenwas) aan [3]
  2. (schilderkunst) schildering die bestaat uit verschillende tinten rossig geel
    • Een andere omslagverfraaiïng uit die tijd waren de kleine medaillons, waarop voorstellingen in de zogenaamde Camaijen-manier (is een wijze van schilderen met slechts een kleur in verschillende tinten, bijv. grijs (grisaille), in geel (cirage); ook wel camaleu [sic!] of camayeu genoemd uitgevoerd. [4]
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen