ciguatera
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ci·gu·a·te·ra
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van ciguatoxine
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ciguatera | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) een vergiftiging door inname van het gif ciguatoxine
Vertalingen
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ciguatera" herkend door:
10 % | van de Nederlanders; |
9 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be