chirurgie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- chi·rur·gie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘heelkunde’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chirurgie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
chirurgie v
- (medisch) de wetenschap van en de vaardigheid in het opereren
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
1. de wetenschap van en de vaardigheid in het opereren
Gangbaarheid
- Het woord chirurgie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "chirurgie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "chirurgie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ chirurgie op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /xɪrʊrgɪjɛ/
Woordafbreking
- chi·rur·gie
Zelfstandig naamwoord
chirurgie v
Verbuiging
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Medisch in het Tsjechisch
- Vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch