chipshot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- chip·shot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van chip en shot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chipshot | chipshots |
verkleinwoord | chipshotje | chipshotjes |
Zelfstandig naamwoord
- (sport) bij de golfsport: een klein boogballetje naar de green
Gangbaarheid
- Het woord 'chipshot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.