chipproducent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chip·pro·du·cent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chipproducent chipproducenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de chipproducentv / m

  1. bedrijf dat computerchips maakt
     Het bedrag van 391 miljoen euro dat de Amerikaanse topman van de Eindhovense chipproducent NXP incasseert door de overname van zijn bedrijf is buitenproportioneel, maar er is weinig aan te doen. Dat zei minister Dijsselbloem van Financiën bij RTL Z.[1]
     "In oktober was minister Ploumen nog in China en toen heeft ASML nog een grote deal getekend met SMIC, China's grootste chipproducent. Dus zouden ze samen verder gaan om die hoogwaardige technologie op chipgebied verder te ontwikkelen."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Dijsselbloem kan niets doen tegen "idiote beloning" NXP-topman” (Dinsdag 1 november 2016, 17:01), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “'ASML had juist goede banden met China'” (Zaterdag 28 februari 2015, 10:24), NOS