chipper
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- chip·per
Woordherkomst en -opbouw
- [1]: afgeleid van chip zn "microprocessor" met het achtervoegsel -er, van de merknaam "Chipper" voor de chipkaart die Postbank en PTT in 1996 introduceerden [1][2]
- [2]: afgeleid van chip zn "microprocessor" met het achtervoegsel -er
- [3], [4]: van Engels chipper zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chipper | chippers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de chipper m
- (financieel) (informatica) (Nederland) chipkaart waarop men een bepaald bedrag kan plaatsen en waarmee betaald kan worden
- Via via ontmoeten we wel - onder garantie van anonimiteit - een bezorgde insider van het chipkaartenproject van een bank. Intern, zegt hij, heeft niemand daar een hoge pet op van de beveiliging. "Maar de risico's liggen bij de klant." Navulbare geldkaarten als de chipknip of chipper bestaan uit een plastic kaartje met een microchip erop, een klein computertje dat het kredietsaldo onthoudt en kan communiceren met de bank. [3]
- De onenigheid binnen de financiële wereld over chipper en chipknip werkte weliswaar vertragend, maar was niet de hoofdreden waarom al deze experimenten, ondanks miljoeneninvesteringen, zijn gestopt. Er bleek domweg bij de consument geen behoefte te bestaan aan een multifunctionele kaart. De kaart met pincode, waarmee overal betaald kon worden en geld uit de muur kon worden gehaald, was een niet te kloppen alternatief. [4]
- (industrie) fabrikant van computerchips
- Menig website wordt vandaag de dag gevuld met nieuws over de chipfabrikanten en aanverwante bedrijven. De sector staat even in een minder mooi daglicht, zo lijkt het, maar is dit direct een drama voor beleggers? Of biedt de negatieve golf juist koopkansen? Ik zal de grafieken van twee chippers voor u op de analysetafel leggen voor een nadere duiding, te weten ASML en ASMI. [5]
- (sport) golfer die goed is in het precies uitvoeren van slagen waarbij de bal een korte vlucht heeft, maar lang blijft doorrollen
- Bij mij is dat gebeurd met het korte spel. Ik heb mezelf aangepraat dat ik een mindere putter en chipper ben. Op een gegeven moment ga je daar nog echt in geloven ook. Het gevolg is dat ik al een tijd met minder vertrouwen boven een chip of een putt sta. Ik heb echt het gevoel dat Chris de juiste man is om dat vertrouwen snel terug te krijgen. [6]
- (bosbouw) machine die takken en dunne stammetjes in kleine stukjes hakt
- Van specifiek belang is om te zorgen dat de messen van de chipper voldoende scherp zijn,zodat chips met ‘scherpe randen’ ontstaan. [7]
Synoniemen
- [1] bankkaart (België)
- [1] chipknip (Nederland)
- [4] hakselaar, houtversnipperaar, verkleinmachine
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Hyperoniemen
- [1] chipkaart
Gangbaarheid
- Het woord chipper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chipper" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[8] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Postbank en PTT introduceren Chipper (20 mei 1996) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-06-05
- ↑ "chipper" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tubantia M. van Calmthout 21 december 1996 Van het kraken van de chipkaart word je niet rijk
- ↑ Reformatorisch Dagblad 21 januari 2008 Schrijf ov-chipkaart definitief af
- ↑ De Telegraaf N. Bakker 22 mei 2019 Column: Chippers in mineur
- ↑ Tubantia 10 januari 2017 Golfer Luiten neemt mental-coach in de arm
- ↑ Brinkmann, A.Houtchips als brandstof - Handreikingen voor het borgen van de kwaliteit (december 2014) BVOR, Wageningen; p. 23; geraadpleegd 2019-06-05
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Financieel in het Nederlands
- Informatica in het Nederlands
- Industrie in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Bosbouw in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 79 %
- Prevalentie Vlaanderen 46 %