chioev
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- chi·oev
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chioev | chioeviem |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) verplichting, onder andere in de synagoge
Gangbaarheid
- Het woord 'chioev' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.