chiffonnière
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- chif·fon·ni·è·re
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chiffonnière | chiffonnières |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- smalle ladekast met hoge poten
Gangbaarheid
- Het woord chiffonnière staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chiffonnière" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be