cherrypicken/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van cherrypicken
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		cherrypicken			te cherrypicken
	toekomend		zullen cherrypicken			te zullen cherrypicken
voltooid	tegenwoordig		gecherrypickt			te gecherrypickt
	toekomend		gecherrypickt zullen			gecherrypickt te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	cherrypickend		gecherrypickt			ev. cherrypick	mv. verouderd cherrypickt	cherrypicke
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	cherrypick	cherrypickt	cherrypickt	cherrypickt	cherrypickt	cherrypicken	cherrypicken	cherrypicken
verleden (o.v.t.)	cherrypickte	cherrypickte	cherrypickte	cherrypickte	cherrypickte	cherrypickten	cherrypickten	cherrypickten
toekomend (o.t.t.t.)	zal cherrypicken	zult/zal cherrypicken	zult/zal cherrypicken	zult cherrypicken	zal cherrypicken	zullen cherrypicken	zullen cherrypicken	zullen cherrypicken
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou cherrypicken	zou cherrypicken	zou(dt) cherrypicken	zoudt cherrypicken	zou cherrypicken	zouden cherrypicken	zouden cherrypicken	zouden cherrypicken
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij