chemiseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • che·mi·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
chemiseren

chemiseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van chemiseren
    • Ik chemiseerde. 
    • Jij chemiseerde. 
    • Hij, zij, het chemiseerde.