checkuser
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- check·user
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | checkuser | checkusers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
checkuser
- (wikitaal) iemand met de bevoegdheid om op wiki's onder meer de IP-adressen van gebruikers te achterhalen
- De checkuser controleerde of de accounts bij elkaar hoorden.
- (wikitaal) de toepassing waarmee die informatie wordt achterhaald
- Hij gebruikte de checkuser om meer informatie over de accounts te verkrijgen.
Gangbaarheid
- Het woord 'checkuser' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.