chaufferende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- chauf·fe·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | chaufferen |
chaufferende
- verbogen vorm van chaufferend, het onvoltooid deelwoord van chaufferen
vervoeging van: | chaufferen |
verbogen vorm: | chaufferendee |
chaufferende