chauffagist
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: chauffagist (hulp, bestand)
Woordafbreking
- chauf·fa·gist
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chauffagist | chauffagisten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de chauffagist m
- (beroep) iemand die gespecialiseerd is in het aanleggen en onderhouden van verwarmingssystemen
- ▸ De dubbele ontploffing deed zich woensdagochtend voor bij een logopediepraktijk. Een chauffagist en twee leveranciers raakten daarbij gewond. De basisschool van het naburige atheneum werd ontruimd.[1]
- ▸ Ik wil snel weer werken. Ik ben hier niet om te profiteren, wat ik vaak heb moeten lezen', klinkt het. Sharifi zal in het VTI van Kortrijk ook zijn opleiding als chauffagist verder zetten.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord chauffagist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron jns, mtm“Twee zwaargewonden na dubbele gasexplosie Nijvel” (25/04/2012), De Standaard