chateau
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- cha·teau
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chateau | chateaus |
verkleinwoord | chateautje | chateautjes |
Zelfstandig naamwoord
chateau o
- kasteel met name kastelen waar wijn gebotteld wordt en bij uitbreiding kastelen die verbonden zijn met luxeproducten
- De Nederlandse winkels van de Italiaanse meubelmaker Chateau d'Ax zijn failliet verklaard. Dat laat de rechtbank Midden-Nederland weten. Ook in eigen land verkeert de meubelfabrikant in financieel zwaar weer. [2]
- De Heerlenaar besprenkelde aan het begin van de middag enkele kamers van château de la Motte en Gée bij Huy met benzine en stak dat in de fik. [3]
- De suggestie van de advocaat van Chateau de la Garde dat mensen misschien een glas Dutch Tulip Vodka gaan nemen in plaats van een glas La Tulipe wijn, wordt met gegrinnik door de neven ontvangen. ,,Dat is wel een groot verschil hoor", aldus hun advocaat. [4]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord chateau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "chateau" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ chateau op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia 09-11-18 Nederlandse meubelzaken Chateau d'Ax failliet
- ↑ Tubantia Caspar Naber 29-06-18 'Oorlog' in airsoft-land: Opnieuw locatie van concurrent in de fik gestoken
- ↑ Tubantia 16-07-18 Ilja Gort: 'Tulpenbollenwodka lijkt te veel op La Tulipe'
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be