charmeren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • char·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
charmeren
charmeerde
gecharmeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

charmeren

  1. overgankelijk zorgen dat anderen je leuk of aantrekkelijk vinden
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen