chaperonneert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cha·pe·ron·neert

Werkwoord

vervoeging van
chaperonneren

chaperonneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chaperonneren
    • Jij chaperonneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chaperonneren
    • Hij chaperonneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van chaperonneren
    • Chaperonneert! 

Gangbaarheid