changeren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  changeren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• chan·ge·ren

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Frans

Werkwoord

changeren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
changeren	changeerde	gechangeerd
zwak -d	volledig

1. veranderen, verwisselen
2. het doorvoeren van een verandering

Afgeleide begrippen

• changement

Gangbaarheid

• Het woord changeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "changeren" herkend door:

72 %	van de Nederlanders;
72 %	van de Vlamingen.