champignonteelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cham·pig·non·teelt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van champignon zn en teelt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | champignonteelt | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (landbouw) de productie van champignons
- ▸ In een uitzending van het KRO-programma Keuringsdienst van Waarde was aandacht besteed aan wantoestanden in de champignonteelt. Vooral Oost-Europese werknemers worden in die sector uitgebuit. Albert Heijn zei toen meteen al dat het bedrijf alleen afneemt bij bonafide champignontelers.[1]
- ▸ De minister doet de oproep na een uitzending van het KRO-programma Keuringsdienst van Waarde. Dat liet gisteravond zien hoe werknemers uit Oost-Europa worden uitgebuit in de Nederlandse champignonteelt.[2]
Gangbaarheid
- Het woord champignonteelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “'Champignon-ruzie' uitgepraat” (Woensdag 23 januari 2013, 16:19), NOS
- ↑ Weblink bron “Asscher: koop eerlijke champignons” (Vrijdag 28 december 2012, 15:39), NOS