champagnecider
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cham·pag·ne·ci·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van champagne en cider
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | champagnecider | champagneciders |
verkleinwoord | champagnecidertje | champagnecidertjes |
Zelfstandig naamwoord
de champagnecider m
- koolzuurhoudende drank;
Gangbaarheid
- Het woord champagnecider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.