centrumrechts
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cen·trum·rechts
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van centrum zn en rechts
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | centrumrechts | centrumrechtser | centrumrechtst |
verbogen | centrumrechtse | centrumrechtsere | centrumrechtste |
partitief | centrumrechts | centrumrechtsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
centrumrechts
- (politiek) van, betreffende een of meer rechtse en een of meer centrumpartijen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord centrumrechts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.