centrumplan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cen·trum·plan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord centrumplan centrumplannen
verkleinwoord centrumplannetje centrumplannetjes

Zelfstandig naamwoord

het centrumplano

  1. voornemens die men heeft met het verbeteren van het centrum van een stad of dorp
     De aardbevingsbestendige supermarkt is onderdeel van het Centrumplan Loppersum, een grootscheepse opknapbeurt van het dorpscentrum. In de supermarkt zitten ook een brasserie en een slijterij.[1]
     In het 'gewone Nederland' maken mensen zich druk om andere zaken. Toen de gemeente Schiedam een rij bomen wilde kappen, zat de raadszaal bomvol bezorgde burgers. Het plan ging van tafel. Inwoners van Bergen (NH) lopen te hoop tegen het nieuwe centrumplan en de aanleg van een nieuw voetbalcomplex. In Deurne wordt geklaagd over de stank van de intensieve veehouderij.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron “Eerste aardbevingsbestendige supermarkt van Nederland” (Woensdag 18 november 2015, 08:55), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron “'Het identiteitsdebat speelt nauwelijks buiten de Randstad'” (Dinsdag 20 maart 2018, 14:37), NOS