centrumlinks
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cen·trum·links
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van centrum zn en links
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | centrumlinks | centrumlinkser | centrumlinkst |
verbogen | centrumlinkse | centrumlinksere | centrumlinkste |
partitief | centrumlinks | centrumlinksers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
centrumlinks
- (politiek) van, betreffende een of meer linkse en een of meer centrumpartijen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord centrumlinks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.