centrifugeer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cen·tri·fu·geer

Werkwoord

vervoeging van
centrifugeren

centrifugeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van centrifugeren
    • Ik centrifugeer. 
  2. gebiedende wijs van centrifugeren
    • Centrifugeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van centrifugeren
    • Centrifugeer je?