centrifugeer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cen·tri·fu·geer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
centrifugeren |
centrifugeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van centrifugeren
- Ik centrifugeer.
- gebiedende wijs van centrifugeren
- Centrifugeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van centrifugeren
- Centrifugeer je?