censureerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cen·su·reer·de

Werkwoord

vervoeging van
censureren

censureerde

  1. enkelvoud verleden tijd van censureren
    • Ik censureerde. 
    • Jij censureerde. 
    • Hij, zij, het censureerde.