celestijn
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ce·les·tijn
Woordherkomst en -opbouw
- Celestijner monnik [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | celestijn | celestijnen |
verkleinwoord | celestijntje | celestijntjes |
Zelfstandig naamwoord
celestijn m
- monnik van de congregatie van Celestijnen, of orde van Celestijnen (Latijn: Congregatio Coelestinensis, ook wel Ordo Sancti Benedicti Coelestinensis) waarvan het laatste klooster in 1778 is gesloten
Gangbaarheid
- Het woord celestijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "celestijn" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ celestijn op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be