cd-speler

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

cd-speler
Uitspraak
Woordafbreking
  • cd-spe·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cd-speler cd-spelers
verkleinwoord cd-spelertje cd-spelertjes

Zelfstandig naamwoord

de cd-spelerm

  1. een elektronisch apparaat voor het afspelen van (audio-)cd's
    • Ik toer nu door de Drakensbergen, in een huurauto die niets kan met mijn telefoon bomvol Apple Music. De radio heeft geen ontvangst, geen bluetooth, geen usb en geen mini-jackaansluiting. Alleen een cd-speler'.[1] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Marc Hijink NRC 10 mei 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be