cd-speler
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cd-spe·ler
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van cd en speler
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cd-speler | cd-spelers |
verkleinwoord | cd-spelertje | cd-spelertjes |
Zelfstandig naamwoord
de cd-speler m
- een elektronisch apparaat voor het afspelen van (audio-)cd's
- Ik toer nu door de Drakensbergen, in een huurauto die niets kan met mijn telefoon bomvol Apple Music. De radio heeft geen ontvangst, geen bluetooth, geen usb en geen mini-jackaansluiting. Alleen een cd-speler'.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord cd-speler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cd-speler" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Marc Hijink NRC 10 mei 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be