caverneus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·ver·neus
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn cavernosus, uit caverna (holte) met het achtervoegsel -osus (met veel)
- met het achtervoegsel -eus
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | caverneus | caverneuzer | caverneust |
verbogen | caverneuze | caverneuzere | caverneuste |
partitief | caverneus | caverneuzers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
caverneus [1]
- met veel holten
Gangbaarheid
- Het woord 'caverneus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "caverneus" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -osus in het Latijn
- Achtervoegsel -eus in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 26 %
- Prevalentie Vlaanderen 49 %