catarraal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·tar·raal
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn
stellend | |
---|---|
onverbogen | catarraal |
verbogen | catarrale |
partitief | catarraals |
Bijvoeglijk naamwoord
catarraal
- (medisch) een waterige afscheiding hebbend, wijzend op een ontsteking van de slijmvliezen
Vertalingen
1. een waterige afscheiding hebbend wat wijst op een ontsteking van de slijmvliezen
Gangbaarheid
- Het woord catarraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "catarraal" herkend door:
22 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be