carven

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

[2] carven
Uitspraak
Woordafbreking
  • car·ven
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels

Werkwoord

carven

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
carven
carvede
gecarved
zwak -d volledig
  1. krabben, snijden, kerven
     "Het beeld staat weer met dank aan de gemeente, maar hij is wel beschadigd. Jammer. We hebben het varken laten carven uit hout." Ook een routebord werd verwisseld en een afbeelding van Steven Pig werd al eens uit een spandoek gesneden. Toen kwam het bestuur erachter wie de daders waren.[1]
     Ok…. de steiger op, en aan het het monnikenwerk…..Twee dagen boven je hoofd blaadjes in het plafond carven, het gaat als seen speer.[2]
  2. (sport) een techniek uit het alpineskiën en snowboarden waardoor men snelle gesneden bochten kan maken
     De ervaren wintersporter is op zoek naar een groot skigebied, uitdagende pistes en afwisseling. Hij wil vol gas carven over brede afdalingen, korte bochten draaien op rode pistes, steile buckels bedwingen en misschien ook wel eens een uitstapje buiten de piste maken.[3]

Gangbaarheid

42 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Ferry de Goeijen
    “Vandalen vernielen beeld van Steven Pig in Vriezenveen: ‘Verre van respectvol’” (30-08-2019), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Bring it on...” (02 dec. 2015), De Telegraaf
  3. Bronlink Weblink bron “Uitdagende skigebieden” (21 dec. 2014), De Telegraaf
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be