cartouche
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
|
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- car·tou·che
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘omlijsting met rolwerk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1653 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cartouche | cartouches |
verkleinwoord | cartoucheje | cartouchejes |
Zelfstandig naamwoord
- een omlijst schild met tekst of een wapen op een kaart of gebouw
- een papieren huls om het gedeelte van een kogel dat met kruit omhuld wordt
- een rolletje munten van dezelfde soort
- (egyptologie) een bijzonder determinatief in de vorm van een ovaal met een eindstreep waarbinnen de naam van een koning geschreven wordt
Synoniemen
- [2] huls, patroonhuls
Vertalingen
1. een omlijst schild met tekst of een wapen op een kaart of gebouw
Gangbaarheid
- Het woord cartouche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "cartouche" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.