canada

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Canada

Nederlands

canadapopulier
Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·na·da
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord canada canada's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de canadam

  1. Populus × canadensis op Wikispecies verkorting voor canadapopulier
    • Veel zaailingen die in natuurgebieden spontaan opkomen blijken geen ‘zuivere’ Zwarte populier, maar hybrides van de Zwarte populier (Populus nigra) en de gecultiveerde Canadapopulier (Populus × canadensis). [2] 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen