campanoloog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: campanoloog (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cam·pa·no·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | campanoloog | campanologen |
verkleinwoord | campanoloogje | campanoloogjes |
Zelfstandig naamwoord
de campanoloog m
- (beroep) houdt zich bezig met leer en kennis van de klokkenspelen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'campanoloog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.