camion

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: camión

Nederlands

bierwagen
Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·mi·on
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vrachtwagen’ voor het eerst aangetroffen in 1899 [1]
  • Ontleend aan het Franse camion.
enkelvoud meervoud
naamwoord camion camions
verkleinwoord camionnetje camionnetjes

Zelfstandig naamwoord

de camionm

  1. (informeel) (verkeer), (België) een wagen voor goederenvervoer
    • Jefke reed met zijn camion met bier langs de verschillende cafés. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

55 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·mion
Woordherkomst en -opbouw
  • Een Normandisch-Picardische vorm van onbekende oorsprong, mogelijk te verbinden met chemin ("weg").
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  camion     le camion     camions     les camions  

Zelfstandig naamwoord

camion m

  1. (verkeer) vrachtwagen, vrachtauto
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

(informeel) beau comme un camion

  • niet erg mooi

tombé d'un camion

  • gestolen


Italiaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈkamjon/
Woordafbreking
  • ca·mi·on
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Franse camion.
enkelvoud meervoud
camion camion

Zelfstandig naamwoord

camion m

  1. vrachtwagen, vrachtauto.
Synoniemen
Afgeleide begrippen


Roemeens

enkelvoud meervoud
nominatief en accusatief camion camioane
lidwoordsvorm camionul camioanele
datief en genitief camion camioane
vocatief - -
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Franse camion.

Zelfstandig naamwoord

camion o

  1. vrachtwagen, vrachtauto.