camembert

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

camembert kaasje
Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·mem·bert
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kaassoort’ voor het eerst aangetroffen in 1900 [1]
  • van Frans camembert kaas vernoemt naar het plaatsje Camembert [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord camembert camemberts
verkleinwoord camembertje camembertjes

Zelfstandig naamwoord

camembert m

  1. (voeding) soort witte schimmelkaas gemaakt van koemelk
    •  

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen